Nokia 1101 - Aanvullende veiligheidsinformatie

background image

Aanvullende veiligheidsinformatie

Verkeersveiligheid

Gebruik geen telefoon terwijl u een auto bestuurt. Bewaar de telefoon altijd in de houder;
leg de telefoon niet op de passagiersstoel of op een plaats waar de telefoon los kan raken bij
een botsing of wanneer u plotseling moet remmen.

Verkeersveiligheid heeft altijd voorrang!

Gebruiksomgeving

Houd u aan speciale voorschriften die in een bepaald gebied van kracht zijn en schakel het
apparaat altijd uit op plaatsen waar het verboden is het apparaat te gebruiken of waar het
gebruik ervan storing of gevaar kan veroorzaken. Gebruik het apparaat alleen in de normale
posities. Gebruik alleen toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit
apparaat, teneinde te voldoen aan de richtlijnen voor blootstelling aan
radiofrequentiesignalen. Gebruik altijd een goedgekeurd draagtasje of een goedgekeurde
houder, wanneer u het apparaat hebt ingeschakeld en op het lichaam draagt.

Bepaalde delen van het apparaat zijn magnetisch. Metalen voorwerpen kunnen worden
aangetrokken door het apparaat en personen met een gehoorapparaat moeten het apparaat
niet tegen het oor met het gehoorapparaat houden. Klik het apparaat altijd goed vast in de
houder want metalen voorwerpen kunnen door het oorstuk worden aangetrokken. Houd
creditcards en andere magnetische opslagmedia uit de buurt van het apparaat, omdat de
gegevens die op deze media zijn opgeslagen, kunnen worden gewist.

background image

71

Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved

.

Medische apparatuur

Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van draadloze telefoons, kan
het functioneren van onvoldoende beschermde medische apparatuur nadelig beïnvloeden.
Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische apparaat om vast te stellen of het
apparaat voldoende is beschermd tegen externe RF-energie of als u vragen hebt. Schakel het
apparaat uit in instellingen voor gezondheidszorg wanneer dat voorgeschreven wordt door
ter plaatse aangegeven instructies. Ziekenhuizen en andere instellingen voor
gezondheidszorg kunnen gebruik maken van apparatuur die gevoelig is voor externe RF-
energie.

Pacemakers

Fabrikanten van pacemakers adviseren dat er minimaal 15,3 cm afstand moet worden
gehouden tussen een draadloze telefoon en een pacemaker om mogelijke storing van de
pacemaker te voorkomen. Deze aanbevelingen komen overeen met het onafhankelijke
onderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology Research. Mensen met een
pacemaker moeten:

het apparaat op meer dan 15,3 cm afstand van hun pacemaker houden als het apparaat
is ingeschakeld;

het apparaat niet in een borstzak dragen; en

het apparaat bij het oor houden aan de andere zijde van het lichaam dan de zijde waar
de pacemaker zich bevindt, om de kans op storingen te minimaliseren.

Als u enige reden heeft om te vermoeden dat er storing optreedt, moet u het apparaat
onmiddellijk uitschakelen.

background image

72

Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved

.

Gehoorapparaten

Sommige digitale draadloze apparaten kunnen storingen in bepaalde gehoorapparaten
veroorzaken. Neem contact op met uw netwerkoperator als u last hebt van dergelijke
storingen.

Explosiegevaarlijke omgevingen

Schakel het apparaat uit als u op een plaats met explosiegevaar bent en volg alle
aanwijzingen en instructies op. Dergelijke plaatsen zijn bijvoorbeeld plaatsen waar u
gewoonlijk wordt geadviseerd de motor van uw auto af te zetten. Vonken kunnen op
dergelijke plaatsen een explosie of brand veroorzaken, waardoor er gewonden of zelfs doden
kunnen vallen. Schakel het apparaat uit bij benzinestations. Houd u aan de beperkingen voor
het gebruik van radioapparatuur in brandstofopslagplaatsen, chemische fabrieken of op
plaatsen waar met explosieven wordt gewerkt. Plaatsen met explosiegevaar worden vaak,
maar niet altijd, duidelijk aangegeven. Het gaat onder andere om scheepsruimen, chemische
overslag- of opslagplaatsen, voertuigen die gebruikmaken van LPG (onder andere propaan of
butaan) en gebieden waar de lucht chemicaliën of fijne deeltjes van bijvoorbeeld graan, stof
of metaaldeeltjes bevat.

Voertuigen

RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in gemotoriseerde
voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of onvoldoende afgeschermd zijn (bijvoorbeeld
elektronische systemen voor brandstofinjectie, elektronische antislip- of antiblokkeer-
remsystemen, systemen voor elektronische snelheidsregeling of airbagsystemen). Raadpleeg
de fabrikant, of diens vertegenwoordiger, van uw voertuig of van hieraan toegevoegde
apparatuur, voor meer informatie.

Het apparaat mag alleen door bevoegd personeel worden onderhouden of in een auto
worden gemonteerd. Ondeskundige installatie of reparatie kan gevaar opleveren en de

background image

73

Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved

.

garantie die eventueel van toepassing is op het apparaat doen vervallen. Controleer
regelmatig of de draadloze apparatuur in uw auto nog steeds goed is bevestigd en naar
behoren functioneert. Vervoer of bewaar geen brandbare vloeistoffen, gasvormige
materialen of explosieve materialen in dezelfde ruimte als die waarin het apparaat,
onderdelen daarvan of toebehoren zich bevinden. Voor auto's met een airbag geldt dat de
airbags met zeer veel kracht worden opgeblazen. Zet geen voorwerpen, dus ook geen
geïnstalleerde of draagbare draadloze apparatuur, in de ruimte boven de airbag of waar de
airbag wordt opgeblazen. Als draadloze apparatuur niet goed is geïnstalleerd in de auto en
de airbag wordt opgeblazen, kan dit ernstige verwondingen veroorzaken.

Het gebruik van het apparaat in een vliegtuig is verboden. Schakel het apparaat uit voordat
u een vliegtuig binnengaat. Het gebruik van draadloze telecomapparatuur kan gevaarlijk zijn
voor de werking van het vliegtuig, kan het draadloze telefoonnetwerk verstoren en kan
illegaal zijn.

Alarmnummer kiezen

Belangrijk:

Draadloze telefoons zoals dit apparaat, maken gebruik van radiosignalen,
draadloze netwerken, kabelnetwerken en door de gebruiker geprogrammeerde
functies. Hierdoor kunnen verbindingen niet onder alle omstandigheden worden
gegarandeerd. U moet nooit alleen vertrouwen op een draadloze telefoon voor het
tot stand brengen van essentiële communicatie, bijvoorbeeld bij medische
noodgevallen.

Een alarmnummer kiezen:

1. Schakel het apparaat in als dat nog niet is gebeurd. Controleer of de signaalontvangst

voldoende is.

In sommige netwerken kan een geldige, correct geplaatste SIM-kaart noodzakelijk zijn.

background image

74

Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved

.

2. Druk zo vaak als nodig is op

Eind

om het scherm leeg te maken en het apparaat gereed te

maken voor een oproep.

3. Toets het alarmnummer in voor het gebied waar u zich bevindt. Alarmnummers

verschillen per locatie.

4. Selecteer

Oproep

.

Als u bepaalde functies gebruikt, is het mogelijk dat u deze functies eerst moet uitschakelen
voordat u een alarmnummer kunt kiezen. Als het apparaat in het profiel Offline of Vlucht
staat, moet u het profiel wijzigen om de telefoonfunctie te activeren voordat u een
alarmnummer kunt kiezen. Raadpleeg deze handleiding of uw serviceprovider voor meer
informatie.

Probeer wanneer u een alarmnummer belt alle noodzakelijke informatie zo nauwkeurig
mogelijk te omschrijven. Uw draadloze apparaat is mogelijk het enige communicatiemiddel
op de plaats van een ongeluk. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming
hebt gekregen.

Informatie over certificatie (SAR)

DIT APPARAAT VOLDOET AAN DE INTERNATIONALE RICHTLIJNEN VOOR BLOOTSTELLING
AAN RADIOGOLVEN.

Dit mobiele apparaat is een radiozender en -ontvanger. Het apparaat is zo ontwikkeld en
geproduceerd dat deze voldoet aan de emissiebeperkingen voor radiofrequentiesignalen
(RF-signalen) die worden aanbevolen door internationale richtlijnen (ICNIRP). Deze
beperkingen maken deel uit van uitgebreide richtlijnen en definiëren het toegestane niveau
voor RF-energie voor de algemene bevolking. Deze richtlijnen zijn ontwikkeld door
onafhankelijke wetenschappelijke organisaties door middel van periodieke en grondige
evaluaties van wetenschappelijke studies. In deze richtlijnen is een grote veiligheidsmarge
ingebouwd om de veiligheid van alle personen te kunnen waarborgen, ongeacht de leeftijd
of gezondheidstoestand.

background image

75

Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved

.

De standaard voor blootstelling aan mobiele apparatuur wordt uitgedrukt in de
maateenheid SAR (Specific Absorbtion Rate). De SAR-limiet die wordt vermeld in de
internationale richtlijnen is 2,0W/kg*. Bij tests voor SAR worden de standaardposities
gebruikt, waarbij het apparaat in alle gemeten frequentiebanden het hoogst toegestane
energieniveau gebruikt. Hoewel de SAR wordt bepaald op het hoogst toegestane
energieniveau, kan het werkelijke SAR-niveau van het apparaat tijdens gebruik sterk lager
liggen dan de maximumwaarde. Dit komt doordat het apparaat is ontworpen voor gebruik
bij verschillende energieniveaus, zodat niet meer energie wordt gebruikt dan nodig is om
verbinding te maken met het netwerk. Over het algemeen geldt dat hoe dichter u zich bij een
zendmast bevindt, hoe minder energie het apparaat gebruikt.

De hoogste SAR-waarde die dit apparaat heeft bereikt tijdens tests voor gebruik naast het
oor is 0,67 W/kg.

Dit apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan RF-signalen wanneer het op
normale wijze tegen het oor wordt gehouden of wanneer het zich op een afstand van
minimaal 1,5 cm van het lichaam bevindt. Bij gebruik van een draagtasje, riemclip of houder
voor gebruik van het product terwijl dat op het lichaam wordt gedragen, mag het
desbetreffende item geen metaal bevatten en moet het product op een afstand van
minimaal 1,5 cm van het lichaam wordt gehouden.

Voor het overbrengen van databestanden of berichten moet dit apparaat kunnen beschikken
over een goede verbinding met het netwerk. In sommige gevallen kan het overbrengen van
databestanden of berichten vertraging oplopen tot een dergelijke verbinding beschikbaar is.
Houd u aan de bovenstaande afstandsrichtlijnen tot de gegevensoverdracht is voltooid.

*De SAR-limiet die voor mobiele apparatuur voor het publiek wordt gehanteerd, is 2,0 watt/
kilogram (W/kg) evenredig verdeeld over tien gram lichaamsweefsel. In de richtlijnen is een
aanzienlijke veiligheidsmarge ingebouwd, voor extra bescherming en om eventuele
meetvariaties te ondervangen. SAR-waarden kunnen variëren, afhankelijk van nationale
rapportage-eisen en de netwerkband. Raadpleeg de productinformatie op www.nokia.com
voor SAR-informatie in andere regio's.