De telefoon instellen voor een WAP-dienst
U kunt de verbindingsinstellingen als tekstbericht ontvangen van de
netwerkexploitant of serviceprovider die de gewenste WAP-dienst biedt. Neem
contact op met uw netwerkexploitant of serviceprovider, of bezoek Club Nokia op
www.nokia.com/clubnokia.
U kunt de instellingen ook handmatig intoetsen.
De instellingen ontvangen als tekstbericht
Wanneer u de instellingen ontvangt als tekstbericht, wordt
Dienst-instellingen
ontvangen
weergegeven.
• Sla de instellingen op door
Opties
>
Opslaan
te selecteren.
• Als u de instellingen eerst wilt bekijken voordat u ze opslaat, selecteert u
Opties
>
Toon
. Selecteer
Opslaan
om de instellingen op te slaan of
Terug
om
terug te keren naar de lijst met opties.
De verbindingsinstellingen intoetsen
Neem contact op met uw netwerkexploitant of serviceprovider voor de juiste
WAP-instellingen. Mogelijk zijn de instellingen ook beschikbaar op de website van
de netwerkexploitant of serviceprovider.
1. Selecteer
Diensten
>
Instellingen
>
Verbind.instell.
.
2. Ga naar de set met verbindingsinstellingen die u wilt wijzigen.
3. Selecteer
Opties
>
Bewerken
.
4. Wijzig de volgende instellingen één voor één. Breng alle gewenste
wijzigingen aan.
57
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved
.
•
Homepage
: toets het adres in van de homepage van de WAP-dienst die
u wilt gebruiken (druk op 1 voor een punt) en selecteer
OK
.
•
Sessiemodus
: selecteer
Doorlopend
of
Tijdelijk
.
•
Verbinding beveiligen
: selecteer
Aan
of
Uit
.
Als de verbindingsbeveiliging is ingeschakeld, zoekt de telefoon naar een
beveiligde lijn voor verbinding met de WAP-dienst. Als er geen beveiligde
verbinding beschikbaar is, wordt geen verbinding gemaakt. Als u toch
verbinding wilt maken met een onbeveiligde lijn, stelt u de
verbindingsbeveiliging in op
Uit
.
•
Drager gegevens
: controleer of
GSM-gegevens
is geselecteerd. Neem
contact op met uw netwerkexploitant of serviceprovider voor informatie
over de tarieven, verbindingssnelheid en andere gegevens.
•
Inbelnummer
: toets het nummer in en selecteer
OK
.
•
IP-adres
: toets het adres in (druk op * voor een punt) en selecteer
OK
.
•
Verificatietype
: selecteer
Normaal
of
Beveiligd
.
•
Type data-oproep
: selecteer
Analoog
of
ISDN
.
•
Gebruikersnaam
: toets de gebruikersnaam in (druk op 1 voor een punt) en
druk op
OK
.
•
Wachtwoord
: toets het wachtwoord in en selecteer
OK
. Herhaal dit om het
wachtwoord te bevestigen.
58
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved
.
5. Nadat u de benodigde instellingen hebt aangebracht, kunt u de naam van de
verbindingsset wijzigen. Druk op de wistoets/afsluittoets en selecteer
Opties
>
Naam wijzigen
. Toets de naam in en selecteer
OK
.
De instellingen worden opgeslagen en u kunt verbinding maken met de WAP-
dienst. Zie pagina
58
.
WAP-instellingen zenden
U kunt uw WAP-instellingen naar een compatibele telefoon zenden.
1. In het menu
Diensten
selecteert u
Instellingen
>
Verbind.instell.
.
2. Ga naar de set met verbindingsinstellingen die u wilt zenden.
3. Selecteer
Opties
>
Zendinstell.
.
4. Toets het telefoonnummer van de ontvanger in en druk op
OK
.
De gebruikersnaam en het wachtwoord worden niet verzonden.