Nokia 1101 - Beveiligingsinstellingen

background image

Beveiligingsinstellingen

Opmerking: Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeld waarmee de
mogelijke oproepen worden beperkt (zoals het blokkeren van oproepen, gesloten
gebruikersgroepen en vaste nummers), kunt u soms nog wel het
geprogrammeerde alarmnummer kiezen (bijvoorbeeld 112 of een ander officieel
alarmnummer).

background image

48

Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved

.

PIN-code vragen

: u kunt de telefoon zodanig instellen dat gevraagd wordt naar

de PIN-code van de SIM-kaart wanneer de telefoon wordt ingeschakeld. Bij
sommige SIM-kaarten kan deze functie niet worden uitgeschakeld.

Oproepen blokkeren

: met deze netwerkdienst kunt u inkomende en uitgaande

oproepen beperken. Selecteer een van de opties voor blokkering en schakel de
optie in (

Activeren

) of uit (

Annuleren

) of controleer of een dienst geactiveerd is

(

Controle status

).

Vaste nummers

: u kunt de uitgaande oproepen beperken tot geselecteerde

telefoonnummers (netwerkdienst).

Beperkte groep gebruikers

: met deze netwerkdienst kunt u oproepen beperken

tot oproepen naar en van een geselecteerde groep mensen.

Beveiligingsniveau

: hiermee stelt u de telefoon zodanig in dat wordt gevraagd

naar de beveiligingscode wanneer een nieuwe SIM-kaart in de telefoon wordt
geplaatst (

Telefoon

) of wanneer u het interne telefoonboek van de telefoon

selecteert (

Geheugen

).

Wanneer u het beveiligingsniveau verandert, worden alle laatste oproepen
(met inbegrip van gemiste oproepen, ontvangen oproepen en gekozen
nummers) gewist.

Toegangscodes wijzigen

: hiermee kunt u de beveiligingscode, de PIN-code,

de PIN2-code of het blokkeerwachtwoord wijzigen. Deze codes kunnen alleen
bestaan uit de nummers 0 tot en met 9.

Gebruik geen toegangscodes die lijken op alarmnummers, zoals 112, om te
voorkomen dat per ongeluk het alarmnummer wordt gekozen.

background image

49

Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved

.