■ Normale tekstinvoer gebruiken
Druk net zo vaak op de toets met de gewenste letter totdat de letter wordt
weergegeven.
U kunt de volgende functies gebruiken voor het bewerken van de tekst:
• Druk op 0 om een spatie toe te voegen.
• Als u een leesteken of speciaal teken wilt intoetsen, drukt u herhaaldelijk op 1
of drukt u op *, waarna u het gewenste teken selecteert en op
Gebruik.
drukt.
• U verplaatst de cursor naar links door op de bladertoets-omhoog te drukken en
naar rechts door op de bladertoets-omlaag te drukken.
• Druk op de wistoets/afsluittoets om het teken links van de cursor te
verwijderen. Als u het scherm wilt wissen, houdt u deze toets ingedrukt.
• Als u wilt schakelen tussen hoofdletters en kleine letters, drukt u op #.
• Als u een cijfer wilt toevoegen, houdt u de gewenste toets ingedrukt. Als u wilt
schakelen tussen letters en cijfers, houdt u # ingedrukt.
• Als u een letter wilt intoetsen die zich onder dezelfde toets bevindt als de
vorige letter, drukt u op de bladertoets-omlaag of de bladertoets-omhoog
(of wacht u tot de cursor verschijnt) en toetst u vervolgens de nieuwe letter in.
29
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved
.